Schwarzwälder kirschtorte
Deze heerlijke luchtige taart is vernoemd naar het Duitse zwarte woud. Wij bakken het regelmatig voor een verjaardag, en het is altijd een succes. Deze is taart is voor 8-10 personen.
Biscuit
- Klop de eieren op samen met de suiker en het snufje zout. Klop het mengel zo ver door dat het een crème-witte kleur krijgt en in een breed lint van de garde af loopt.
- Zeef het zelfrijzend bakmeel, de maïzena en de cacao. Spatel dit rustig door het opgeklopte ei heen. Roer dit niet te lang door, dit gaat ten koste van de luchtigheid.
- Vet een springvorm van ongeveer 23 cm doorsnede in en giet het beslag hier in.
- Bak dit in een voorverwarmde over op 150 graden Celsius voor 40 minuten.
- Laat het gebakken biscuit goed afkoelen.
Vulling
- Voeg de suiker toe aan de slagroom en klop deze op. Voeg gedurende het opkloppen steeds een beetje van de klopfix toe.
- Laat de kersen uitlekken en vang het sap op. Halveer de kersen.
Opbouwen
- Snijd het biscuit twee keer door, zodat je drie gelijke bodems krijgt.
- Besprenkel de bodems met de kirsch. Gebruik ongeveer 1 à 2 eetlepels per bodem.
- Beleg de onderste bodem met de gehalveerde kersen.
- Verwarm 125 ml kersensap en verdik deze met gelatine.
- Laat het mengsel iets afkoelen en verdeel de verdikte sap over de kersen zodat deze een mooie gelei laag vormt.
- Besmeer dit met een laag slagroom.
- Besmeer de middelste bodem met een royale laag kersenjam, met daar boven op een laag slagroom.
- Leg de drie lagen op elkaar en besmeer de rand en de bovenkant met een dunne laag slagroom
- Beleg de bovenkant van de taart met vlokken. Houd een rand van ongeveer 2 cm vrij.
- Bespuit de rand met kleine toefjes slagroom.
Reactie plaatsen
Reacties